Dit jaar staan de Sovereign Wealth Funds (SWF’s) in de schijnwerpers.
Private equity was vorig jaar de machtigste sector in de wereldeconomie. Althans, zo zag men dat toen. Heel anders was het in de eerste jaren van dit millennium. Toen stortte private equity in. Bijna niemand verdiende toen iets voor zijn beleggers, fondsen werden opgedoekt.
De hedge funds slaagden er in die periode wel in om nog iets voor hun beleggers te verdienen en roteerden al snel naar de top. De buzz in private equity kringen was toen om een hedge fund poot op te zetten.
De perceptie van macht roteert snel van de ene sector naar de andere.
Er zijn nu 10.000 hedge funds die pretenderen een voorsprong te hebben. Zoals ook de meeste automobilisten denken dat ze betere chauffeurs zijn. Typisch mannelijk, typische zelfoverschatting, typisch voor de financiële wereld.
U voelt het al aankomen, het duurde niet lang voordat de grotere hedgies hun eigen private equity poten begonnen op te zetten.
Bij opdrogende liquiditeit en verminderde smaak voor risico zijn de private equity boys nu natuurlijk helemaal uit.
De partners van Blackstone, één van de grootste spelers, verzilverden op de top van de markt een deel van hun belangen. Ze verkochten een flinke hap op de beurs, waar de koers zakte van een top van $38 naar $ 19 nu.
Het wordt bijna eentonig maar wel amusant. Want wie kocht het grootste stuk Blackstone?
De Chinezen, via hun SWF.
Er is niets mysterieus aan SWF’s, behalve dat er geen toezicht op is.
Landen met grote dollaroverschotten op de handelsbalans kunnen die overschotten beleggen in Amerikaanse staatsleningen die in dollars luiden. Dat is niet echt een sexy belegging en de Centrale Banken van de landen met die overschotten hebben dat doorgekregen. Landen die olie exporteren naar de VS, Golfstaten bijvoorbeeld, verkopen nu olie voor $ 90 waar ze aan het begin van de eeuw nog geen $10 voor kregen. De VS reageerden eerst protectionistisch. De Chinese oliefirma CNOOC mocht Unocal niet overnemen en Dubai Ports mocht de havenbedrijven van de VS niet kopen.
Maar een noodlijdende Citigroup of Merrill helpen mag wel. Graag zelfs.
Zo hebben we de afgelopen weken kunnen zien hoe een geschokt Wall Street werd geholpen met Aziatisch geld. Het heeft meer zin voor Singapore en China om hun geld te herbeleggen in aandelen dan in obligaties à 4%.
Terwijl enerzijds het risico van protectionisme speelt is het anderzijds juist bijzonder positief dat deze geldstromen zo gemakkelijk op gang komen en aangewend kunnen worden voor versteviging van het financiële systeem.
Het effect is een verdere vorm van vervlechting van markten. Dat leidt tot mutualisering van risico’s en tot het dempen van grote uitslagen. Uiteindelijk is dat gunstig. Als we het zelf maar niet kapotmaken met protectionisme. Want op een dag gaat ook hier iets verkeerd. Dat is niet meer dan normaal. We horen dan de roep om terugdraaien van de klok. Dat gaat gepaard met nationalistische reacties zoals we in de VS gezien hebben, maar ook in Frankrijk met Pepsi/Danone en Mittal/Arcelor. Zelfs zo’n keurige minister van financiën als Thierry Breton liet zich uitlatingen ontvallen die bijna racistisch waren.
Bij ons is het natuurlijk niet veel beter, zie daarvoor de reacties wanneer buitenlanders onze beursbedrijven opkopen. Die zijn elke keer heel anders dan wanneer Nederlandse bedrijven buitenlandse bedrijven overnemen.
Amusant is eens te kijken naar het oudste SWF, dat van Koeweit, actief in herbesteding van oliegeld sinds 1953.
Toen de Koeweiti’s een greep deden naar een Engels oliebedrijfje stak de regering van dat land daar een streng stokje voor. Het oliebedrijf was BP en de stokjesmevrouw was Margaret Thatcher.
Michael Kraland
Michael Kraland is financier en oprichter van Inveztor.nl. Disclaimer Kraland: geen posities in bovengenoemde fondsen op het moment van publiceren.