De hierna volgende column verscheen eerder in FD Geld, het nieuwe wekelijkse Personal Finance Magazine van Het Financieele Dagblad.
Beleggers klonteren graag samen. De angst voor het onbekende is minder groot als er medestanders zijn. Amusant dat dit net zo goed geldt voor institutionele beleggers als voor particulieren.
Je kunt methodologisch samenklonteren, maar ook inhoudelijk en geografisch. Hedgefondsen zitten in Connecticut, Boston, Midtown New York. Als ze in Londen zitten is dat in Mayfair, liefst rond Berkeley Square.
Die hedgefondsen in Mayfair hebben neiging tot kuddegedrag. Nederlandse hedgefondsen zeggen dan ook graag dat ze daar geen last van hebben, maar ze houden elkaar wel heel erg in het oog. Iets dat ze altijd zullen ontkennen.
Particulieren zijn superklonteraars. We hadden het vorige week over technische analyse. Die tak van sport kent haar goeroes. Die worden gevolgd en vaak blindelings.
Er wordt net zo hard gedebatteerd als elders, alleen, in TA gaat het om de methode. Het is een stap verder weg van de realiteit. Maar TA-gebruikers zien dat natuurlijk helemaal anders. Die begrijpen niet dat mensen nog hun tijd verdoen met fundamentele analyse.
Nu moet ik zeggen dat tot op dit punt beide partijen gelijk hebben. Zelf ben ik een fundamentele belegger en gebruik ik technische analyse vooral om naar grotere markten of liquide aandelen te kijken. TA werkt naar mijn ervaring niet goed bij kleinere aandelen. Door de jaren heen heb ik gemerkt dat ik veel meer kan verdienen in kleine, minder bekende fondsen omdat daar een edge te verkrijgen is. In TA heb je die zelden. TA kan wel inzicht geven in situaties waar veel spelers tegelijk opereren.
Wat jammer is, is dat een hele generatie beleggers niet meer weet hoe ze een balans en een winst-en-verliesrekening moeten bekijken. Ze kijken alleen nog maar naar charts. Fundamentele beleggers hoor je daar zelden over klagen. Waarom zouden ze. Hoe minder zielen, hoe meer vreugd.
Op de scheidslijn tussen liquiditeit en het punt waarop technische analyse mogelijk wordt, krijg je vaak heel grappige situaties. We horen dan iemand in TA-termen beschrijven wat we net in reële termen hebben zien gebeuren. Want vergeet niet dat TA ervan uitgaat dat de markt alle informatie weergeeft in de prijs. Maar wie goed kijkt ziet dat die prijs soms op allerlei andere manieren beïnvloed wordt.
Het doel is niet hier een heel debat te beginnen, maar wat me altijd opvalt is dat TA snel in esoterische verschraling vervalt. Voor je het weet kun je het als normaal mens helemaal niet meer volgen. De goede analisten zijn hier natuurlijk een uitzondering op. Eén van de besten vind ik Art Cashin, van UBS, die wel eens op CNBC commentaar geeft. Zijn betogen zijn glashelder. Iedereen kan begrijpen waar hij het over heeft.
TA werkt voor sommigen, inclusief een aantal briljante handelaren. Maar ik vraag me wel eens af of dat nu door die TA komt of door iets anders. Het belangrijkste is dat iedereen iets vindt dat werkt voor hem of haar.
Wat in ieder geval goed werkt, is het verkopen van TA-cursussen. Er is een heer, die ik alleen maar goeds toewens natuurlijk, die een cursus verkoopt die gegarandeerd 30% rendement oplevert. Eigenlijk zou iemand die arme meneer eens op moeten bellen en hem zeggen dat hij het gewoon zelf moet doen. Als hij nu met een tonnetje begint en elk jaar 30% maakt, zeilt hij binnen tien jaar de Quote 500 binnen. Heerlijk al die vrije tijd opeens. En daar is het dit soort types altijd om te doen lijkt me.
Michael KralandMichael Kraland is financier, hedge fund-expert en publicist. Disclaimer Michael Kraland: op het moment van publiceren geen posities in genoemde fondsen.