Marc Feber gaf gisteren een seminar en het onvolprezen RBS hadden dit niet alleen georganiseerd maar ze hadden ons bovendien uitgenodigd.
Wie zijn RBS? Zij zijn, behalve een oude Schotse bank, ook de Sultans van de Structured Products, de Taras Boelba’s van de Turbo’s, de Levi Strauzen van de goudzoekers op de beurzen, aan wie zij de pikhouwelen en jeans verschaffen om fortuin te kunnen maken, Vroeger was dit het turbo team van ABN-Amro. Marc Feber, zo werd ons uitgelegd, moesten wij zien. De RAI was afgehuurd, 2000 man zei Ronald Koopman van RTL-Z en om ons heen kijkend leek deze schatting correct.
U moet twee dingen weten over Marc Feber. Ten eerste heet hij niet zo. Hij heet Marc Faber. Zoals wel vaker zijn eenvoudige dingen in de praktijk heel moeilijk. Hoe kan je je nou vergissen in een eenvoudige naam als Marc Faber? Wat heb je er bij de winnen om deze arme man’s naam te verbasteren naar Feber? Het menselijk brein werkt pijlsnel en velen maken deze afweging met groot gemak. Wij ook. Bij Inveztor zijn we contrarians, althans, wanneer we een goede dag hebben, en blijven we de heer Faber Faber noemen. Door de jaren wijs geworden hebben wij mild begrip voor een nieuwe lichting hoopvolle carrièrejagertjes die de heer Faber via Engelstalige media kennen waar hij, vaak geïnterviewd door elegante Aziatische dames, waarover straks meer, met Feber wordt aangesproken. Omdat wij in Nederland met de klakkeloosheid van de opwaarts mobielen dit soort taalgewoonten niet goed in weten te schatten, krijg je nu dat geFeber. Wij wachten met ongeduld op het volgende seminar van Rienk Kemer. Over die taalgewoonten straks ook meer want dat was ook een hoogtepunt van de avond.
Overigens, de beleggingssuggesties van de heer Feber-die-Faber heet beschrijft Thijs Klein Tank hier. U was er misschien niet bij maar dan weet u wat u niet moet doen – geen cash en geen lange staatsobligaties, en wat u eventueel wel kunt doen. Goud, agri, grondstoffen, opkomende markten en outsider Japan. Halverwege de jaren ’90 begon ik Faber te lezen. Hij publiceert elke maand zijn Gloom, Boom & Doom Report. Faber is Zwitser en hij werkte op Wall Street voor White Weld en Drexel voordat hij in de jaren ’70 naar Hong Kong verhuisde. Hong Kong was toen niet niets, maar wel heel weinig.
Tegenwoordig woont hij in Thailand en heeft hij nog een kantoor in Hong Kong.
Faber begon te zeggen dat hij het eng vond om als contrarian voor zo’n volle zaal te staan. Hij zoekt op conferenties naar de zalen die leeg zijn. Dat zijn de zalen waar sprekers het hebben over markten die nu niet populair zijn maar binnenkort kunnen gaan lopen.
Faber is wel degelijk een contrarian, maar hij heeft steeds meer succes omdat zijn scenario’s uitkomen.
Even later, in de lounge, luisterden wij naar de reactie van een paar Nederlandse beleggers. Die waren een beetje smalend en vooral sceptisch. "Wat heb je er nou aan?" "Hoeveel hiervan komt nou uit?" en ga zo maar door.
Dit verbaast ons maar geeft toch weer hoop. Het verbaast ons omdat Faber dingen doet die anderen niet kunnen. Hij houdt een boeiend, erudiet en ook zelfspottend verhaal over de economie dat zijn weerga niet kent. Niemand doet dit op zo’n manier. James Montier en Albert Edwards zijn even grappig en zitten vaak op dezelfde lijn, maar zij behandelen andere materie. Overigens, Edwards, strateeg van SocGen is donderdag in de stad. We gaan er heen.
Maar niemand kan blijkbaar wat Faber wel kan. Hij heeft een helicoptervisie en aarzelt niet zich te vergissen en geeft dat toe. Hij is een vrije man. Hij heeft een aantal commissariaten bij beleggingsfondsen, vooral in Azië en op grondstoffen gebied. We zagen hem vorige week met Eric Sprott langslopen in een restaurant in Toronto. Sprott – u mag van ons Sproet zeggen- en Faber hebben dezelfde visie over goud en het eind van de wereld zoals wij die kennen.
Wanneer mensen zo gemakkelijk kletsen over Faber komt dat toch wat gênant over. Faber praat met vloeiend gemak over de relaties tussen de economie en financiële markten. Hij studeerde magna cum laude af in economie. Dat doen er meer maar zij doen er minder mee.
Wie een economisch complex heeft, en wie heeft dat niet sinds de economen hun vak vermathematiseerd hebben, doet er goed aan Faber te lezen, als tegengif.
Faber zegt al jaren dat Azië de toekomst heeft. Tegelijkertijd is hij een groot Aziëkenner, hij woont al 40 jaar in de regio en kent veel van de belangrijkste families, in Hong Kong, in Indonesië, in Thailand, in Korea en in Singapore. Hij heeft de krachten en zwakheden van de Aziaten goed door.
Omdat hij Wall Street ook goed kent is hij erg sceptisch over wat daar voor goeds uit voort kan komen. En Europa is de regio waar hij vandaan komt. Hij heeft huizen in Zwitserland, maar ontwikkelt ook hotels en onroerend goed in Vietnam. De Frontier Markets, Vietnam, Laos, Myanmar en Cambodja beschrijft hij vaak of hij laat ze door zijn gastauteurs analyseren.
Er werd veel gelachen bij Faber’s presentatie. Daar waren twee aanleidingen voor. Ten eerste zijn mensen, vooral in Nederland, niet gewend aan sprekers die hun mond opendoen en controversiële dingen zeggen. Zoals dat President Obama bezig is Bush neer te zetten als een intelligente speler. We zeggen het wat netter dan Marc Faber zelf. Ten tweede heeft Faber wat stokpaardjes. In zijn werk en ook op zijn website komen die vaak aan de orde en ze kunnen gerangschikt worden onder sex, drugs en rock ’n roll. Op zich niets bijzonders maar er rust wel een taboe op. Kent u Wan Chai? Dat is de rosse buurt van Hong Kong. Dames voor zeelui. Ik ben er één keer geweest, in de jaren ’90. Faber raadt iedereen aan om te reizen en dan vaak terug te komen want dan zie pas wat er gebeurt. De verschillen tellen meer dan de indruk. Maar Wan Chai, dat kan ik u verzekeren, was weinig veranderd sinds ik er in een eerder leven als cognac exporteur was komen kijken. In die bars wordt nogal wat dure cognac gedronken. Wan Chai was, hoe zullen we het zeggen, toch minder chic dan de Walletjes. Faber is een expert op dat gebied. Zijn vrouw had in die tijd ook het beste Thai restaurant in Hong Kong. Heerlijk diner. Een eclectische man, met een wereldberoemde verzameling economische literatuur en duizenden Mao souvenirs.
Nu nog even over dat Engels. Faber heeft nog altijd een sterk Duits-Zwitsers accent. Maar hij schrijft uitstekend en zijn nieuwsbrief is altijd een genot om te lezen, ondanks de uitdagende materie. Denk aan een stijl zoals The Economist: helder en zonder nodeloos gecompliceerde woorden. Bij de panelvragen bleek de nadruk te liggen op het laatste te liggen. Soms leek het net een cabaretje met grappen over Dunglish. Een korte greep: "What factors do you look like?" en het onnavolgbare "Can you go building forward on Japan?"
Faber gelooft desgevraagd wel in het Plunge Protection Team en veel minder in een samenzwering van banken om de goudprijs laag te houden.
Hij heeft veel fysiek goud en dat ligt in kluizen in Zwitserland en in Hong Kong. Maar zonder enige illusie dat het daar echt veilig is.
"Het is gevaarlijk om gelijk te hebben wanneer regeringen ernaast zitten."
Als u dit verhaal wel gelooft maar toch denkt dat we een beetje overdrijven met de minder politiek correcte voorkeuren van Faber, bereid dan deze cocktail van hem:
Cocktail recipe: Chew fresh Peruvian cocoa leaves, after 10 minutes take two ecstasy pills, after one hour smoke some Laotian hillside marrijuana, finish off with a bottle of Petrus.
Wat hieraan opmerkelijk is, is de prijsstructuur van de ingrediënten. Petrus heeft nog het langst standgehouden maar ook daar is sinds de top van 2008 prijsbederf opgetreden, zij het vanaf een erg hoog niveau. Bij de drie andere soorten versnaperingen was dat al eerder het geval. Overproductie, zo heeft Inveztor zich laten vertellen.
Michael Kraland is financier en oprichter van Inveztor. Disclaimer Kraland: niet van toepassing.