Het vervelende van contrair handelen is dat het niet altijd werkt. Hetzelfde geldt voor fundamentele analyse, om van technische en andere analyse maar niet te spreken. Waardeert iedereen daarom Pablo Picasso, die zomaar op een bierviltje een werk van waarde kon produceren?
Deze en andere gedachten schoten ons op een zonnige zaterdag, tien dagen geleden, door het hoofd, toen een vriendin ons meegenomen had naar haar werkgever. Op zaterdag? Inderdaad, het was in New York en het was een kijkdag bij Sotheby’s.
Wij bekeken de tentoonstelling van de werken van de Stichting Greentree die werden geveild. John Hay Whitney en zijn vrouw hebben die stichting ooit opgezet om internationale vrede te bevorderen.
Stijgende prijzen voor eigentijdse kunst
Ze hadden een goed oog voor kunst, die ze hun hele leven verzameld hadden en een deel daarvan werd de komende woensdag verkocht. De man met de pijp is inmiddels wereldberoemd. Het schilderij was geschat op 60 à 90 miljoen dollar en werd uiteindelijk telefonisch verkocht voor 104 miljoen dollar, wat alle voorpagina’s haalde.
Het publiek was wat ouder en zag er niet onbemiddeld uit, maar zoals wel vaker in Amerika was de sfeer niet echt chic. Het publiek was van de oudere Upper East Side-variant. Twee jonge mensen duwden het invalidenwagentje van een bejaarde heer. Een functionaris van het veilinghuis was druk doende met wat blijkbaar een toekomstige koper was.
De jonge mensen keken een beetje bedrukt. Ging daar hun erfenis? Hadden ze een probleem met de belangstelling van de oudere heer voor moderne kunst, die misschien niet met hun eigen voorkeur overeenkwam? We dachten onwillekeurig aan de sterk stijgende prijzen voor eigentijdse kunst in New York.
Wat we zien en wat we niet zien
Volgens Barron’s hebben een aantal toonaangevende kunstenaars wachtlijsten. Ofwel, hun dealers hebben vraag en aanbod op gunstige wijze uit evenwicht gebracht. Wij dachten aan een vriend die Jean-Michel Basquiats zoekt en daar een miljoen dollar voor over heeft. Omdat hij geregeld dergelijke sommen betaalt, zit hij nu in het museumbestuur van zijn stad.
Terug naar de economische werkelijkheid. Wat we hier aan het werk zagen, was goedkoop geld. Goedkoop geld werkt verslavend. Het leidt tot hoge prijzen in onroerend goed en kunst. De baisse van de afgelopen tien dagen is er aan te wijten dat beleggers zich daar opeens allemaal tegelijk van bewust werden.
De negentiende-eeuwse Franse econoom Frédéric Bastiat gebruikte vaak de uitdrukking “wat we zien en wat we niet zien” om economische fenomenen uit te leggen. Hij was dan ook autodidact. Bovendien lezen Fransen hem niet meer, zijn werk wordt hier allang niet meer uitgegeven. Toch gebeuren er op dit moment wellicht zaken die we niet zien.
Meer risico
Goedkoop geld leidt behalve tot hoge prijzen voor kunst en onroerend goed, ook tot leverage (hefboomeffect). De grootste hedge funds, de handelaren voor eigen rekening van de banken, verhoogden in de afgelopen kwartalen hun risico. Dat zien analisten wanneer ze rapporteren dat de Value at Risk (VAR) ratio is gestegen.
We zien daarom iets niet. We zien niet dat er steeds meer risico wordt genomen en dat zien we pas als er een gebeurtenis plaatsvindt waardoor die posities scheef komen te zitten en beleggers eruit willen. Hoewel hun posities liquide zijn, blijken ze opeens minder liquide dan gedacht omdat er zoveel extra geld inzat: dat goedkope geld à 1%.
Dan krijg je rare dingen. Obligatiebeleggers verliezen, aandelenbeleggers verliezen, grondstoffenbeleggers verliezen, goud zakt hard en ook hedge funds krijgen klappen. We hebben net een conference call beëindigd met een gediversifieerd kwantitatief fund of funds. Dat fonds zakte in september 2001 4,5%, maar in de afgelopen maand 5%.
Sell in May
Dat kwam doordat er allerlei technische en kwantitatieve strategieën verkeerd gingen. Allemaal tegelijk. Dat is het vervelende van bewegingen die plaatsvinden in een zwaar geleveragede markt. Wij zien correlaties waarvan wij niet dachten dat ze optraden. Sell in May lijkt, voorlopig althans, een goede strategie voor dit jaar.
Nu is het alweer te laat. Er komt vast wel een bounce op de beurzen, maar het vervelende is dat er nog niet echt een capitulatiedag is geweest, behalve misschien afgelopen maandag in Tokyo. Toen zakte de markt daar in één dag 5%. Iedereen zat overigens long Japan, want iedereen weet dat het daar nu beter gaat.
Het leverage-idee is één van de verhalen waarop de beren de stieren al enige tijd trakteren. Het moet uit het systeem om het te saneren, zo redeneren zij. Dan krijgen we een enorme implosie, want zoveel leverage is er in het systeem aanwezig en dan pas kan de markt weer omhoog. Dat is leuk, maar eerst is er een diep dal.
Koopjes
Wij zien nu ook opeens typische koppen, berenkoppen vooral. Die komen weer met hun verhalen die tot mei vorig jaar populair waren. De goudjongens roepen, met hulp van de ene analyse naar de andere, dat er iets gebeurt dat niet kan: boontje komt om zijn loontje en tegelijkertijd zakt goud! Dat mag niet.
Kortom, daar is iedereen ook ontevreden, erger nog, de laatste lichting goudbeleggers zit nu op verlies. De komende dagen krijgt u stukken voorgeschoteld over aandelen die nu voldoende gezakt zijn, goede fundamenten hebben en mooie bedrijfsresultaten laten zien: koopjes. Er is namelijk grote kans dat het best meevalt.
Of er tot oktober veel lol te beleven is op de beurs is nog maar de vraag, maar dat we nu persé in een berenkuil vallen is een ander verhaal. Het hangt af van wat we zien en niet zien. Als er een bank springt door een verband dat niemand heeft gezien, kan het vervelend worden. Die olieprijsstijging viel ook opeens uit het niets.
Gevaar
Het gevaar komt altijd uit een hoek waar we niet naar kijken. Want we praten alleen over wat we zien, wat we niet zien deert ons niet, tot het zichtbaar wordt. De aandelenhandel onder particulieren is flink aangetrokken. Nederlandse spelers melden een stijging van 35% van hun volume, in het buitenland zien we scores van 40% en e-traders doen het weer goed.
Het mag dan nu wat minder gaan, maar AOT, tegenwoordig in feite een e-trader genaamd Binck, is veel te goedkoop vergeleken met de concurrentie. Frank van Dongen schreef dit gisteren ook al in zijn Broodje AAB. Het is te laat om short te gaan, maar nog niet te laat voor een long positie in een typisch ondergewaardeerde situatie.