Het verband tussen Marcus Aurelius en John Maynard Keynes ontgaat de meesten van ons. Wat is dit, moraliteit versus economie? Dat zijn toch gebieden die elkaar niet raken?
Maar ik heb al jaren geregeld een exemplaar van de Meditaties van Marcus Aurelius bij me. Dat heeft veel wachttijd in luchthavens en stations goedgemaakt en ik geef mijn exemplaar dan ook geregeld weg en koop een nieuw.
Marcus Aurelius schreef zijn Meditaties in het Grieks, met als titel Dingen (of gedachten) Voor mijzelf. Keynes was ook een filosoof en hij was tevens een fantastische belegger en speculant. En een non-conformist die zich goed wist te conformeren.
Geld is niets anders dan een vorm van steeds beter verpakte energie. De wetten van de handel in die energie zijn vrij constant, maar ze worden steeds weer herontdekt.
Een revolutie die nog niet zolang geleden plaats vond, is de quant-revolutie. Die komt neer op het gebruiken van de kracht van de computerchip voor het berekenen van kansen, verbanden en bewegingen in de financiële markten. Eenvoudige zaken worden zo weer complex gemaakt en daar valt dus iets te verdienen. Jim Simon, auteur van Het Chen-Simon Theorema verdient hier een miljard dollar per jaar mee tegenwoordig. Ik vermeld dit alleen omdat dit een eigentijdse manier is om merites te beoordelen. Simon houdt zich ook bezig met het bevorderen van het wiskundeonderwijs in Amerika.
Speculeren klinkt verdorven, gevaarlijk en hoogst winstgevend. Politici met een probleem haten speculanten en krijgen de publieke opinie snel mee. Maar in de meeste gevallen is deze activiteit geheel groen. De speculant maakt niets vies en dumpt alleen elke paar jaar een computer en wat aanverwante hardware, uiteraard op politiek correcte wijze. Speculanten zorgen voor liquiditeit. Om Marx te parafraseren, een gelukkige financier is dan weer belegger, dan weer spaarder en dan weer speculant.
We staan toe dat de geschiedenis constant wordt herschreven. De vruchteloze zoektocht naar niet bestaande causale verbanden is wat de menselijke activiteit kenmerkt. Niet alleen in de politiek, ook in het bedrijfsleven, in de wetenschap en uiteraard ook in de wereld van het financiële.
Als ik een mij bekende redacteur bij deze respectabele mediaonderneming opbel met de vraag wat hij ervan zou vinden als ik een verhaal ga ophangen aan een speculant met een flamboyante seksuele levensstijl, een nicht wiens hedge fund kapotging, dan ken ik zijn persoonlijke antwoord van tevoren: Meteen doen. Maar zijn professionele antwoord begint met een zucht, gevolgd door een aarzelend eh … misschien toch maar niet doen .
Keynes was zelf een flitsende speculant, zijn eerste hedge fund ging kapot, zijn Cambridge- en Bloomsbury-minnaars werden meegesleurd en pas later bouwde hij zijn reputatie op die tegenwoordig als vanzelfsprekend geldt. Hij trouwde met een Russische danseres, nee, niet wat u denkt, een prima ballerina in het ballet van Diaghilev, ook een avant-garde genie.
Keynes was ook een belegger en hij wist het onderscheid met speculatie dan ook goed te omschrijven. Aandelenbeleggers houden zich bezig met de toekomstige kasstromen van een onderneming en speculanten proberen vooruit te lopen op wat de markt daarover denkt.
Nu gaan we even fast forward naar Nederland anno 2007. Dan zien we dat de grootste wending die we waarnemen bij actieve particuliere beleggers de opkomst van de technische analyse (TA) is. Dat is amusant, want TA houdt zich niet bezig met fundamentele analyse, integendeel. Alleen losers doen dat. Althans, dat zeggen TA-adepten als er geen succesvolle fundamentele beleggers in de buurt zijn. TA houdt zich bezig met wat anderen gaan doen.
Pure speculatie dus. Niet goed, niet slecht, maar pure speculatie. Dat zeggen fundamentele beleggers. Alleen, die speculeren weer anders. Volgende week meer.
Michael Kraland
Michael Kraland is financier, publicist en oprichter van Inveztor.nl. Disclaimer Kraland: niet van toepassing.